Rivierduinen en lumc zetten samen een weefselbank op, de mashbank. In die bank worden speeksel en wangslijmvlies opgeslagen van alle patiënten die vanwege stemmingsstoornissen, angststoornissen of somatoforme stoornissen (sas-stoornissen) onder behandeling zijn. Het wangslijmvlies wordt gebruikt voor dna-onderzoek (het genotype), het speeksel om cortisol en amylase te bepalen als markers van het stresssysteem (het endofenotype). In het kader van hun behandeling worden in beide instellingen alle patiënten met sas-stoornissen al meermalen onderzocht met diagnostische vragenlijsten en ernstvragenlijsten met Routine Outcome Monitoring (rom). Daarmee komen gegevens over diagnose en het beloop van de behandeling beschikbaar (het fenotype). Deze worden (geanonimiseerd) gekoppeld aan de data van de weefselbank. Jaarlijks worden ongeveer 1.500 patiënten onderzocht met rom. Naar verwachting zal ongeveer de helft toestemming geven voor het afnemen van speeksel en wangslijmvlies. De voor onderzoek naar de samenhang tussen genotype, endofenotype en fenotype benodigde gegevens over grote aantallen personen worden zodoende met de mashbank en rom verkregen. Het eerste onderzoeksdoel is de samenhang tussen: (1) polymorfismen van mineralocorticoïd- en glucocorticoïdreceptoren; (2) cortisoldagcurven; en (3) diagnose en behandelingsbeloop.
Op de poster wordt de infrastructuur van mashbank en rom uiteengezet.