achtergrond Onderzoeken tonen een sterke samenhang tussen psychische klachten na een schokkende gebeurtenis en rookgedrag. Het onderzoek van Koenen e.a. (2005) toont als eerste dat rokers een tweemaal hogere kans lopen op een posttraumatische stressstoornis (ptss) dan niet-rokers. Echter, in niet-trauma-populaties blijkt roken ook een onafhankelijke risicofactor voor psychische klachten.
doel Bepalen van de associatie tussen roken en latere psychische klachten onder volwassen getroffenen van de vuurwerkramp en onder een niet-getroffenen-vergelijkingsgroep.
methode Gegevens zijn geanalyseerd van het gezondheidsonderzoek vuurwerkramp Enschede. Het betreft autochtone getroffenen (n = 662) en autochtone niet-getroffenen (n = 526).
resultaat Rokers lopen een hogere kans op latere psychische klachten dan niet-rokers. Echter, wanneer gecontroleerd wordt op bijvoorbeeld bestaande klachten, blijkt roken geen onafhankelijke risicofactor binnen de vergelijkingsgroep. Er zijn geen aanwijzingen dat getroffenen met psychische klachten die roken, minder gebruikmaken van de ggz dan niet-rokers.
conclusie Roken na een ramp is een risicofactor voor latere psychische klachten. Wellicht is roken, in tegenstelling tot andere risicofactoren zoals psychische klachten vóór de ramp en blootstelling aan de ramp, een te vermijden risicofactor. In het hulpverleningsaanbod na een ramp zou hier meer aandacht voor mogen zijn.