De inleiding van dit boek zet meteen de toon: de auteur geeft een duidelijke omschrijving van het bestek van dit boek. De gehanteerde begrippen worden accuraat gedefinieerd. In haar schets van de problematiek van seksueel misbruik verwijst ze naar degelijk onderzoek en goed cijfermateriaal. Voor Jackie Craissati vormt een wetenschappelijk onderbouwd theoretisch kader de hoeksteen van de hulpverlening aan seksuele delinquenten. Het boek begint met een beknopt maar helder overzicht van de problematiek en de praktijk van risicotaxatie. In twee hoofdstukken worden de actuariële benadering van de risicotaxatie en de rol van statische en dynamische variabelen bij het risico van recidive besproken. De onderzoeksinstrumenten voor risicovoorspelling worden kritisch geëvalueerd. Klinische voorbeelden tonen aan hoe risicotaxatie in de praktijk werkt. Craissati is erin geslaagd deze niet bepaald eenvoudige materie op een begrijpelijke wijze uiteen te zetten zonder zich te verliezen in al te technische uitweidingen. De laatste publicaties waarnaar verwezen wordt dateren wel van 2002. Sindsdien is er heel wat gebeurd in het veld van de risicotaxatie. Bovendien bespreekt de auteur alleen publicaties van onderzoekers die uitsluitend belang hechten aan de actuariële benadering, terwijl er zelfs niet verwezen wordt naar anderen, die meer accent leggen op klinische variabelen als tegengewicht voor de actuariële variabelen. Deze kritiek doet echter niets af aan het feit dat hier een stevig wetenschappelijk onderbouwd overzicht wordt afgeleverd waaraan vooral lezers zonder ervaring met risicotaxatie plezier zullen beleven. Verder worden er drie hoofdstukken gewijd aan de organisatie van de hulpverlening aan delinquenten in het Verenigd Koninkrijk. Dit thema lijkt wellicht minder interessant, maar het kan nooit kwaad de werking van eigen instellingen te toetsen aan voorbeelden uit een ander land. In haar beknopte stijl verschaft de auteur ook inzicht in de rol van psychiatrische stoornissen in de seksuele delictketen. Delictgerichte preventieve behandelprogramma's worden besproken met goede verwijzingen naar evidence-based uitkomstonderzoek. Ook de schaarse gegevens over seksuele delicten bij adolescenten en vrouwen worden niet vergeten. Het boek wordt afgerond met vijf gevalsbeschrijvingen waarin het hele proces van risicotaxatie, delictgerichte therapie, nazorg en uitkomst in de praktijk wordt gedemonstreerd. Het moge duidelijk zijn: wie geïnteresseerd is in forensische hulpverlening heeft hier een paperback in handen die waar voor zijn geld biedt.

D.N.A. van de Putte