Deze achtste, volledig herziene uitgave is vrijwel geheel herschreven, zo belooft ons de achterflap van het boek. Een vergelijking met een eerdere versie van De ontwikkeling van het kind (1991) bewijst het gelijk van deze uitspraak. Niet alleen zijn de meest recente wetenschappelijke inzichten opgenomen, ook de illustraties ogen frisser en moderner, en het taalgebruik is vlotter. Dit maakt het een uitermate aantrekkelijk boek om te lezen. Het boek beschrijft de normale ontwikkeling van het kind, en is, na de eerste 3 ontwikkelingstheoretische hoofdstukken, verder onderverdeeld in leeftijdsfasen. De hoofdstukindeling werd in het kader van de vernieuwing noodzakelijkerwijs aangepast. 'Invloeden op de ontwikkeling' werd als nieuw hoofdstuk toegevoegd, en beschrijft uitvoerig het nature-nurture-debat, met aandacht voor alle aspecten ervan. Daarnaast wordt de peuter- en kleuterleeftijd nu in 2 hoofdstukken besproken, wat gezien de manifeste ontwikkelingsstappen in deze leeftijdsfasen een logische keuze is geweest. Inhoudelijk valt er op De ontwikkeling van het kind als naslagwerk over de normale ontwikkeling van het kind, van de prenatale stadia tot en met de adolescentie, niets af te dingen. Het is opmerkelijk en boeiend hoe inzichten uit verschillende richtingen, van medisch-biologisch tot psychoanalytisch, naast elkaar staan en tot een voor de lezer bruikbaar geheel worden geassimileerd. Er worden veel resultaten van (hoofdzakelijk) Nederlands onderzoek geciteerd, wat het ook voor de praktijk herkenbaar maakt. Het is een beetje jammer dat er bij de beschrijving van mogelijke probleemdomeinen per leeftijdsfase, deze slechts beperkt gerelateerd worden aan psychopathologie. In het hoofdstuk over de kleuterleeftijd wordt ruim aandacht besteed aan de theory of mind. Interessant, denk je dan, daar valt veel over te zeggen, zowel in de kinder-, adolescenten- als volwassenenpsychiatrie. Maar dat valt tegen en je wordt verwezen naar andere tekstboeken van de auteur. Ook is het boek geschreven vanuit de organisatie van het Nederlandse onderwijssysteem, dat voor Vlaamse lezers niet altijd duidelijk is. De conclusie wat betreft de doelgroep blijft onmiskenbaar dat het een noodzakelijk boek is voor iedere hulpverlener. Het is een solide, veelomvattend en toegankelijk werk, dat niet alleen de kennis over de ontwikkeling van het kind vergroot, maar daardoor ook bijdraagt aan een beter begrip van de psychopathologie.

K.C.E.E.R. Catthoor