Dit boek is de tweede en aanzienlijk uitgebreide en geactualiseerde druk van Jeugdpsychiatrie en recht, dat voor het eerst verscheen in 1997. Het begint met een uitvoerige bespreking van het jeugdstrafrecht, met daarin een behandeling van onderwerpen uit de forensische jeugdpsychiatrie, zoals rapportage, beoordeling toerekeningsvatbaarheid en behandelingsmogelijkheden van psychiatrische stoornissen onder het jeugdstrafrecht. Dan volgt een bespreking van het wetgevend kader, met details over de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Wet op de jeugdzorg. Vervolgens worden het civiel recht en het gezondheidsrecht behandeld, waarna afgesloten wordt met een hoofdstuk over regelgeving en richtlijnen. Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een korte leeswijzer. Het schrijfwerk is verricht door de redactieleden zelf, aangevuld door diverse specialisten op deelgebieden. Alle bijdragen zijn toegankelijk en overzichtelijk geschreven. Er is hier en daar overlap tussen verschillende subhoofdstukken, maar die is nergens storend. Enkele steekproeven met het gebruik van het register vielen positief uit. Al met al een behoorlijk compleet handboek, dat professionals die werkzaam zijn in de jeugdzorg, jeugdhulpverlening en jeugd-ggz een kompas biedt in de complexe praktijk van wet- en regelgeving. Hieraan is behoefte, gezien de toenemende juridisering van de zorg en het belang van het adequaat inschatten en hanteren van het bestaande juridisch kader. Iets, waarvoor men bij sommige professionals helaas wel eens gevoelens van minachting en triomfantelijk onbegrip bespeurt. Het boek is daarnaast een onmisbare bron voor het onderwijs aan en de opleiding van genoemde professionals.

 

J.K. Buitelaar