Samenvattend zou ik over al deze verschillende facetten van het bloedbeeld bij mongolen willen zeggen, dat er waarschijnlijk gesproken moet worden van een aandoening van het reticuloendotheel dat zijn invloed doet gelden zowel op de segmentkernige leukocyten als op de stofwisseling van het haemoglobine en dat vermoedelijk tevens een rol speelt in de opbouw van de immuun eiwitten. Tot slot zou ik de gewaagde veronderstelling willen poneren, dat de ernstige achterstand in groei van het mongoloide kind mogelijkerwijs verband houdt met deze stoornis. Dit te bewijzen zal met de huidige hulpmiddelen moeilijk vallen.