Towards public mental health care: the recovery-oriented chat of PsychoseNet.nl
Background E-health and e-communities, such as PsychoseNet.nl, can play a central role in creating a sustainable public mental health care system. These platforms combine information sharing, peer support, and accessible help services, with the goal of promoting empowerment and recovery.
Aim To explore the impact of the recovery-supportive chat function of PsychoseNet.nl as an accessible tool for individuals with mental health vulnerabilities, and to examine its potential role within the broader mental health care ecosystem.
Method An analysis of the recovery-supportive chat function, using conversation reports, user and staff evaluations, and a description of implementation and supervision processes. The approach is recovery- and development-oriented.
Results Between 2020 and 2024, the chat grew from 100 to 1,300 conversations per month. Visitors find the chat highly meaningful and useful. The ‘5x trajectory’ offers more in-depth support. The chat serves as a bridge to mental health care, an alternative during waitlists, and a low-threshold advice or self-help channel.
Conclusion The recovery-oriented chat of PsychoseNet.nl provides a valuable addition to traditional mental health care by offering anonymous, accessible, and empowerment-enhancing support. A chat function focused on recovery and relational connection within an online community represents an innovative public mental health intervention. Further expansion and integration into other e-communities and mental health care models could contribute to a sustainable and accessible public mental health care system.
Recente gegevens van het NEMESIS-3-populatieonderzoek tonen een stijging in de jaarprevalentie van psychische aandoeningen over de afgelopen 15 jaar, tot momenteel 25%, die al begon voor de COVID-19-pandemie.1 Deze jaarprevalentie van 25% bij een ggz-capaciteit van 10% van de volwassenen (inclusief poh-ggz) betekent per definitie schaarste en wachtlijsten.2 De groeiende discrepantie tussen vraag en aanbod benadrukt de behoefte aan een efficiëntere, effectieve en toekomstbestendige aanpak binnen de ggz.
Hoge prevalentie van psychisch lijden vraagt nieuwe publieke ggz
Een mogelijke transformatie bestaat uit het bevorderen van een nieuwe, goed geoutilleerde publieke ggz die zich richt op voorlichting, preventie, weerbaarheidsbevordering, lotgenotencontact en laagdrempelige zelfhulp.3 E-health, in de vorm van digitale gezondheidsinterventies, is een kerncomponent van publieke ggz. Digitale tools kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om informatie, lotgenotencontact, laagdrempelig contact met deskundigen en zelfhulpstrategieën te bieden, zodat cliënten een actieve rol kunnen spelen in hun herstel.4
E-community’s zijn cruciaal in het faciliteren van e-healthinterventies in het kader van een nieuwe publieke ggz.5,6 Een geslaagde e-community is ‘levend’, met nadruk op dynamische content, narratieven, interactie en verbinding. Als de e-community erin slaagt om deze aspecten tastbaar te maken zal er veel digitaal verkeer ontstaan (d.w.z. veel bezoekers trekken), hetgeen mogelijkheden biedt tot allerlei vormen van interactie tussen bezoekers en de site (via bijv. onlineconsult of chat) of tussen bezoekers onderling (via bijv. interactief forum). Nederland kent momenteel twee levende e-community’s met zeer veel bezoekers: PsychoseNet.nl en Proud2bMe.nl. Naast een subsidie van Zorginstituut Nederland werken beide op basis van steun met crowdfunding en betrokkenheid van vrijwilligers en/of ervaringsdeskundigen.5,6
De plek van e-community’s in het totaal van de ggz
Digitale platforms zoals PsychoseNet.nl en Proud2bMe.nl zijn niet bedoeld om als op zichzelf staande entiteiten te functioneren, maar vormen een onderdeel van een breder ‘ecosysteem’ van mentale gezondheid dat de medische behandel-ggz verbindt met het sociale domein, publieke ggz, herstelinitiatieven, complementaire zorg en informele zorg in de regio. Social trials waarin deze elementen aan elkaar worden verbonden in een nieuwe regionale werkwijze vinden plaats op verschillende plekken in Nederland.7 Een social trial is een praktijkexperiment waarin innovatieve sociale of zorggerichte interventies in de echte wereld worden getest om te kijken hoe ze in de praktijk werken en welke impact ze hebben op de doelgroep.
PsychoseNet.nl is het eerste online-zelfregiecentrum voor onderwerpen zoals psychosegevoeligheid, neurodiversiteit, trauma, stemming en herstel, met jaarlijks meer dan 1 miljoen unieke bezoekers.5 De website biedt een scala aan hulpmiddelen, waaronder blogs, video’s, podcasts, herstelverhalen en informatieve pagina’s rondom deze aspecten van mentale kwetsbaarheid. Gebruikers kunnen ook in contact komen met lotgenoten door het plaatsen van (geanonimiseerde) blogs of deelname aan een gemodereerd forum.
Het platform stelt mensen met psychische problemen in staat om hun eigen ervaringen te delen, steun te vinden in het lotgenotencontact en actief betrokken te zijn bij hun herstelproces. Met herstel als basis richt PsychoseNet.nl zich op empowerment, voorlichting en het delen van ervaringen, en biedt het ook online interactie aan in de vorm van chat, lotgenotencontact en een e-spreekuur waar dagelijks 50-60 e-consulten worden gedaan.5
Methode
In dit artikel beschrijven we hoe de implementatie van de chatfunctie en de selectie, training en inter- en supervisie van medewerkers verliepen. Vervolgens bespreken we de inhoudelijke werkwijze, de gehanteerde principes, de wetenschappelijke onderbouwing en de beperkingen van de chatmethodiek en geven we een vignet als illustratie.
Wij analyseerden de herstelondersteunende chatfunctie van PsychoseNet.nl op basis van gespreksrapporten van verzamelde chats en de evaluaties die gebruikers en medewerkers na elke chat kunnen vastleggen. Gebruikers kunnen op een schaal van 1 tot 5 aangeven of de chat zinvol was en of de chat had geholpen. Deze evaluaties bieden inzicht in de ervaren chatkwaliteit en in de thema’s die tijdens het gesprek aan bod zijn gekomen.
Resultaten
PsychoseNet.nl en de herstelondersteunende chat (HOC)
In 2020 lanceerde PsychoseNet.nl de chatfunctie, die bezoekers de mogelijkheid biedt om online en anoniem in gesprek te gaan met daartoe opgeleide medewerkers. Momenteel kunnen bezoekers dagelijks gebruikmaken van de chatfunctie tussen 9:00 en 22:30 uur. Bij het starten van de chat krijgt elke bezoeker de gelegenheid om een gebruikersnaam te kiezen en een leeftijdscategorie (10-20, 21-30, 31-40, 41-50 of 50+), voertaal (Engels of Nederlands) en geslacht (man/vrouw/anders) op te geven. Daarnaast wordt gevraagd naar de behoefte van de bezoeker (geruststelling/advies/contact of een luisterend oor/anders, namelijk…), en heeft de bezoeker de mogelijkheid een gespreksonderwerp te formuleren (zie figuur 1). De ondersteuning via de chat is in principe eenmalig. Eventueel is het mogelijk een zogenaamd ‘5x-traject’ aan te gaan (vijf ontmoetingen om verdiepend op de meest relevante thema’s voor herstel in te gaan vanuit een ontwikkelingsperspectief – zie hierna).
Na afloop van het chatgesprek heeft zowel bezoeker als medewerker de mogelijkheid om het gesprek te evalueren. Deze evaluaties bieden inzicht in de ervaren chatkwaliteit en belichten de thema’s die tijdens het gesprek aan bod zijn gekomen (zie figuur 2 en 3). Dit materiaal wordt gebruikt voor inter- en supervisie (zie hierna).
Figuur 1. Informatie die de bezoeker kan invullen voorafgaand aan de chat

Figuur 2. Mogelijk gespreksrapport voor de bezoeker

Figuur 3. (Gedeelte van) gespreksrapport van de medewerker

De chat werd opgericht vanuit de wens om nog meer laagdrempelige ondersteuning aan te bieden aan bezoekers van de site. De behoefte aan deze mogelijkheid bleek evident: in het eerste jaar van de chatfunctie, met slechts één vrijwillige deeltijdmedewerker, werden ongeveer 100 gesprekken per maand gestart. Met een toenemende beschikbaarheid groeide het bezoek evenredig tot momenteel rond de 1300 per maand.
Vanwege de hoge mate van overlap en comorbiditeit tussen transdiagnostische kwetsbaarheden kozen we voor een relatief generalistische benadering. Veel bezoekers hebben psychosegevoeligheid, maar trauma, stemmingsgevoeligheid, angst, neurodiversiteit en verslaving zijn ook frequent onderwerp van gesprek.
Medewerkers, training en intervisie
Medewerkers
Chatmedewerkers worden vooral geworven onder studenten (klinische) psychologie en geneeskunde in de fase rondom afstuderen, met doorleefde ervaring van psychisch lijden. Doorleefde ervaring speelt een aanzienlijke rol in het bieden van herkenning, erkenning en hoop op herstel aan de bezoekers van de chat. Eerder onderzoek benadrukt de positieve effecten van het inzetten van peers met doorleefde ervaring in de ggz.8 Deze inzet leidt tot verbetering in herstel en empowerment van cliënten, vooral in een context die gericht is op herstelondersteuning. Momenteel telt het team 24 leden; medewerkers worden betaald per uur.
Training, intervisie en supervisie
Er is een sollicitatieprocedure met een commissie bestaande uit de opleider en een of meerdere supervisors (zie hierna) van het team. Onderdeel van de sollicitatie is een proefchat. Sollicitanten die worden aangenomen volgen een intensieve training van drie maanden, geleid door een psycholoog met ervaring van meer dan 5000 herstelgerichte chats (opleider) en onder supervisie en eindverantwoordelijkheid van een BIG-geregistreerde psychiater (klinische supervisor). De training is gericht op gesprekstechniek en kennis rondom de ggz. Onderwerpen die we hierbij onder andere bespreken, zijn chatvaardigheid, eigen ervaring en de verschillende onderwerpen die op de chat aan bod kunnen komen.
In de loop van de training beginnen de opleidelingen te chatten onder directe supervisie van de opleider die online mee kan kijken, mee kan schrijven en over kan nemen. Medewerkers kunnen beginnen met zelfstandig chatten als de opleider hen als voldoende vaardig beschouwt. Soms blijkt dat de opleideling niet de vaardigheden heeft om te chatten en wordt de opleiding in overleg afgebroken.
In het eerste jaar krijgen medewerkers wekelijkse coaching op basis van hun eigen chats die voor deze sessies beschikbaar worden gesteld. Tijdens deze ‘coachings’ is er de mogelijkheid om te delen waar zij tegenaan lopen, op de chat of in het echte leven. Zo is er inzicht in facetten die hun eigen welzijn evenals de kwaliteit van de chat kunnen verbeteren of belemmeren. De coaching wordt gegeven door de opleider en enkele van de meest ervaren medewerkers die hiertoe apart worden opgeleid door de opleider (supervisors). In het tweede jaar is er tweewekelijkse coaching en in het derde jaar en later een keer per jaar. Naast de coaching zijn er elk kwartaal intervisiebijeenkomsten met de hele groep, geleid door de opleider en de klinische supervisor. Ook is er een maal per kwartaal een bijscholingsbijeenkomst gevolgd door de ‘chatborrel’.
Inhoudelijke werkwijze: herstelgericht, ontwikkelingsperspectief en CHIME-D
De werkwijze op de chat is, gegeven de omgeving van het online-zelfregiecentrum dat PsychoseNet.nl vertegenwoordigt, herstelgericht. Dit betekent dat de focus niet ligt op een stoornis, maar op het proces van het vormgeven van je leven, rekening houdend met zowel je talenten als je kwetsbaarheden. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de benadering van de vier vragen, later uitgewerkt in de HOI-methode (herstelondersteunende intake).9 Dit wordt ook gebruikt in het zgn. verkennende gesprek, dat binnen de IZA-transformatieprojecten in verschillende regio’s wordt toegepast.
Het verkennende gesprek is een methodiek binnen de bredere zorgtransformatie (IZA) en dient als een eerste gespreksvorm waarin iemand zijn of haar situatie in kaart brengt. Dit gesprek helpt om inzicht te krijgen in iemands behoeften, wensen en mogelijkheden op het gebied van herstel.
Hoewel de chat maar eenmalig kan zijn, is het doel om binnen dat ene gesprek handvatten te bieden waarmee mensen verder kunnen in hun herstelproces. Het gesprek kan dus worden gezien als een eerste stap in een langer traject.
De vier vragen helpen om herstel en persoonlijke ontwikkeling in een breder perspectief te plaatsen. Ze zijn bedoeld om in een breed perspectief zowel naar het verleden, het heden als de toekomst te kijken:
– Wat is er gebeurd? (zowel recent als tijdens je ontwikkeling)
– Wat zijn je talenten en gevoeligheden?
– Wat wil je nu voor jezelf in de toekomst?
– Welke bronnen van hulp zijn daarvoor nodig en wat kun je zelf?
Deze benadering is gebaseerd op een biopsychosociaal-existentieel ontwikkelingsmodel. Dit betekent dat psychische gezondheid en herstel niet alleen worden bekeken vanuit de medische kant (biologisch), maar ook vanuit psychologische, sociale en existentiële factoren.
Bij de HOC hanteren we een ontwikkelingsperspectief gebaseerd op – onder andere – de psychologische ontwikkelingsfasen van Erik Erikson.10 Dit biedt houvast en structuur in de gesprekken, doordat psychische kwetsbaarheid en herstel worden geplaatst binnen de bredere context van levensfasespecifieke uitdagingen. Erikson benadrukt in zijn model dat elk individu door cruciale psychosociale fases gaat waarin specifieke vragen en conflicten centraal staan, zoals identiteitsontwikkeling, autonomie, verbondenheid en zingeving.
Binnen de chat wordt aangesloten bij deze ontwikkelingsopgaven, bijvoorbeeld door bij jongvolwassenen aandacht te besteden aan de balans tussen autonomie en sociale verbinding, terwijl bij oudere volwassenen nadruk kan liggen op het vinden van betekenis en het omgaan met verlieservaringen. Door dit raamwerk te gebruiken, wordt niet alleen gekeken naar symptomen, maar ook naar hoe mensen zich verhouden tot zichzelf en hun omgeving in de bredere levensloop. Dit versterkt de empowerment van de bezoeker en biedt concrete richting in de zoektocht naar herstel en groei.
Met de HOC probeert PsychoseNet.nl een herstelondersteunende ‘gespreksomgeving’ te bieden, gebaseerd op de CHIME-D.11,12 CHIME-D omvat verschillende essentiële elementen voor herstel (box 1). De zes elementen van CHIME-D worden op de chat tevens als onderlegger gebruikt om bezoekers in hun kracht te zetten. Het element empowerment refereert in de HOC aan diverse bejegeningsprincipes, zoals gelijkwaardigheid, menselijkheid, aansluiten bij behoeften en mogelijkheden, activeren en positief benaderen. Deze principes dragen gezamenlijk en individueel bij aan het bekrachtigen van de gesprekspartner.
CHIME-D-principes die de ‘gespreksomgeving’ vormen van de HOC
✓ Connectedness (verbondenheid): Ervaren van verbondenheid met anderen, zowel binnen als buiten de chatomgeving, biedt steun en begrip tijdens het herstelproces.
✓ Hope (hoop): Koesteren van hoop en optimisme voor de toekomst fungeert als een krachtige motivator voor herstel.
✓ Identity (identiteit): Verkennen en versterken van de persoonlijke identiteit, bevorderen van eigenwaarde en zelfacceptatie.
✓ Meaning (betekenis): Zoeken naar doel en betekenis in het leven, wat bijdraagt aan welzijn en voldoening.
✓ Empowerment (kracht): Stimuleren van zelfredzaamheid, eigenwaarde en eigen keuzes bevordert controle over leven en het herstelproces.
✓ Difficulties (moeilijkheden): Erkennen van, omgaan met en verdragen van lijden leiden tot ontwikkelen van veerkracht en copingstrategieën.
In het volgende vignet vatten we samen hoe de verschillende elementen van de HOC bij elkaar kunnen komen.
Vignet: Seksueel misbruik in de jeugd en stemmen horen
Lisa, 24 jaar, had als kind seksueel misbruik meegemaakt. Ze had dit lange tijd onderdrukt, maar sinds een paar maanden hoorde ze soms een stem op de achtergrond die haar beschuldigde en kleineerde. Ze schaamde zich en durfde met niemand te praten over wat er was gebeurd. Ze vroeg zich af of ze ooit ‘normaal’ kon worden.
Chatbenadering: Lisa deed drie gesprekken in het 5x-traject, waarbij naar voren kwam dat de stem een bekende reactie kan zijn op trauma en dat de stem niet betekent dat Lisa ‘gek’ is. Er werd besproken hoe ze haar trauma niet als haar identiteit hoeft te zien, en hoe ze kleine stappen kan zetten naar zelfacceptatie en herstel. De nadruk lag op het ontwikkelingsperspectief: hoe kan ze vanuit haar pijn groeien en haar kracht herontdekken?
Ontwikkelingsgerichtheid: Lisa zat in de fase van jongvolwassenheid (identiteit vs. rolverwarring). Haar trauma had haar zelfbeeld aangetast: ze zag zichzelf als ‘kapot’ en voelde zich vervreemd van anderen. De begeleiding hielp haar een nieuw verhaal over zichzelf te schrijven, waarin ze niet alleen slachtoffer is, maar ook iemand met kracht en mogelijkheden.
Vier vragen:
– Wat is er gebeurd? – Haar verleden kwam nu op een pijnlijke manier naar boven via de stem.
– Wat zijn je talenten en gevoeligheden? – Ze had doorzettingsvermogen en zocht nu actief steun.
– Wat wil je nu voor jezelf? – Ze wilde minder last hebben van de stem en leren zichzelf met mildheid te zien, zodat ze haar stage zou kunnen afronden.
– Welke bronnen van hulp zijn daarvoor nodig? – Hierbij benoemde zij trauma-informatie, zelfhulpboeken en mogelijk therapie.
CHIME-thema’s:
– Meaning: haar ervaringen hoeven haar toekomst niet te bepalen.
– Empowerment: stappen zetten richting zelfacceptatie en herstel.
– Connectedness: ze hoeft dit niet alleen te dragen, anderen kunnen haar steunen.
– Aanvullende hulpbronnen: Lisa kreeg tijdens de chat informatie over trauma en herstel, waaronder het boek Trauma begrijpen in 33 vragen en links naar Traumanet.nl en Traumaendissociatie.nl. Ook werd ze gewezen op de mogelijkheid van het anoniem raadplegen van een psycholoog of psychiater op het onlinespreekuur van PsychoseNet.nl. Ook kreeg ze informatie over een TRE-groep (trauma release exercise-groep) bij een herstelacademie bij haar in de buurt en een lokale stemmenhoordersgroep van de Stichting Weerklank.
Waardering bezoekers
In de praktijk bleek dat een ontwikkelingsgerichte HOC, in een herstelondersteunende omgeving van CHIME-D, ongeveer 40 minuten in beslag neemt. Over de eerste 11 maanden van 2024 was de gemiddelde score van bezoekers voor de vraag of de chat zinvol was (van 1 tot 5) 4,4 en de gemiddelde score voor de vraag in hoeverre de chat had geholpen (van 1 tot 5) 4,2.
Is de chat evidencebased?
Het gedachtegoed van de chat volgt de werkwijze van zelfregiecentra, gevoed door het bewijs dat niet-specifieke relationele factoren in de interactie tussen een hulpverlener en een hulpvrager de motivatie kunnen genereren die mensen nodig hebben om cruciale – maar moeilijke – verandering in gang te zetten.13 Door mensen in een relationeel en herstelgericht kader in staat te stellen om zelfstandig aan hun mentale welzijn te werken, kunnen zij vaak al stappen zetten en vooruitgang ervaren zonder tussenkomst van de ggz.
De chat biedt ook een platform om te reflecteren op gedrags- en denkpatronen die van invloed kunnen zijn op psychische kwetsbaarheid. De chat kan bijvoorbeeld mensen aanmoedigen de relatie met stemmen, angst of een doodswens te veranderen. Hiernaast moedigt de chat bezoekers aan om praktische tools of strategieën voor herstel te gebruiken, zoals taperingstrips, medicatiekeuzetools of een sociale kaart met relevante peersupport, informele hulp of gezondheidszorginstellingen.
Sterktes en beperkingen van de chat
Hoewel de herstelondersteunende chat van PsychoseNet.nl vele voordelen biedt, zijn er ook beperkingen waarmee we rekening moeten houden. Een belangrijke beperking is dat bezoekers de chat abrupt kunnen beëindigen zonder uitleg. Dit kan zorgen voor onzekerheid bij de chatmedewerker over wat er gebeurd is en of de bezoeker mogelijk in nood verkeert. Tegelijkertijd kan dit juist als een voordeel worden gezien, omdat het de laagdrempeligheid van de chat onderstreept: bezoekers kunnen zelf bepalen of en wanneer zij het contact willen beëindigen als zij voelen dat het hen niet helpt. Deze situatie vraagt echter wel om een hoge mate van sensitiviteit van de chatmedewerkers, die getraind worden om alert te zijn op signalen van een mogelijke breuk in de alliantie. Dit kan leiden tot een diepgaander en empathischer contact wanneer de communicatie wordt hervat (niet zelden komt iemand onder dezelfde naam terug na eerder de chat afgebroken te hebben).
Daarnaast is de schriftelijke vorm van de chat zowel een sterkte als een beperking. Niet iedereen beschikt over voldoende taalvaardigheid of toegang tot onlinemiddelen om van de chat gebruik te kunnen maken. Het ontbreken van een mondelinge of visuele component kan het voor sommige mensen moeilijk maken om emoties en nuances over te brengen, hoewel er in de HOC routinematig emoticons worden gebruikt om emotionele expressie te faciliteren en dubbelzinnigheden te vermijden.
De anonimiteit van de chat kan ervoor zorgen dat vervolgcontact niet altijd mogelijk is, waardoor het lastig is om structurele ondersteuning te bieden of de voortgang van de bezoeker te monitoren. Dit maakt het des te belangrijker dat de chat gericht is op directe empowerment en het bieden van praktische handvatten binnen de beperkte tijd die beschikbaar is.
Tot slot vraagt de digitale setting om een zorgvuldig afgebakende rol van de chatmedewerker. De afwezigheid van een multidisciplinair team in de directe omgeving van de medewerker maakt het lastig om complexe vragen – zoals over medicatie of ernstige suïcidaliteit – adequaat te adresseren. Het is daarom essentieel dat er een goed uitgewerkt supervisiesysteem aanwezig is en dat medewerkers weten naar welke hulpverleners zij bezoekers kunnen doorverwijzen in dergelijke gevallen.
Hoewel deze beperkingen duidelijk zijn, bieden ze tegelijkertijd mogelijkheden voor verbetering en verdere professionalisering van de chatfunctie.
De chatfunctie in relatie tot de ggz
De chatfunctie van PsychoseNet.nl fungeert als een zeef en brug in relatie tot de ggz, conform het model van het Ecosysteem Mentale Gezondheid (GEM).7 GEM biedt een bredere, meer samenhangende benadering van psychisch welzijn, waarbij demedicaliseren, normaliseren en socialiseren centraal staan. In plaats van mentale problemen strikt medisch te benaderen, erkent men bij GEM dat psychisch lijden verweven is met sociale en existentiële factoren. Dit vraagt om epistemisch pluralisme: een samenwerking tussen ggz, sociaal domein, herstelinitiatieven en ervaringskennis.
GEM stimuleert keuzevrijheid voor burgers en zet in op een consultatieve werkwijze in de ggz, waarbij specialistische zorg flexibel en modulair wordt ingezet. Het model verschuift de focus van individuele behandelingen naar groepsgerichte ondersteuning, waarin gedeelde waarden en samenwerking tussen verschillende partijen centraal staan. Zo ontstaat een veerkrachtig ecosysteem waarin mentale gezondheid niet geïsoleerd, maar collectivistisch wordt ondersteund in een model van public mental health. In het raamwerk van GEM zijn het de hulpvragers die kiezen van welke opties zij gebruik willen maken in de verschillende fasen van werken aan psychisch problemen.14,15
De chat kan, als een onlinevorm van het verkennend gesprek, de toestroom naar de ggz inperken, stroomlijnen en complementeren. De chat kan bijvoorbeeld gebruikt worden parallel aan ander ggz-gebruik, als ingang tot het ecosysteem van hulpverlening of als alternatief voor de ggz, gegeven de lange wachtlijsten. Ook kan de chat dienen als infrequente laagdrempelige follow-upmogelijkheid op afroep bij mensen die voorheen in de ggz waren, als algemeen advieskanaal of als de geprefereerde herstelondersteunende vorm van hulpverlening.
De chat heeft soms een mediërende functie bij mensen die in conflict zijn met de ggz of daar niet kunnen vinden waar ze naar op zoek zijn. Bij de chat is er immers geen sprake van diagnose of symptoomreductiebehandelingen; deze is gericht op empowerment en eigen regie, waarbij de persoon zelf een actieve rol speelt in diens herstelproces. Indien nodig kan de chat ook de drempel naar de ggz verlagen voor bezoekers die moeite hebben hulp te zoeken terwijl professionele ondersteuning zinvol lijkt.
De chat van PsychoseNet.nl onderscheidt zich op verschillende vlakken van ander hulpaanbod voor de doelgroep, met name door de focus op laagdrempelige, relationele en herstelgerichte ondersteuning binnen een onlineomgeving. Zo is de chat dagelijks een groot deel van de dag en de avond beschikbaar, en maakt het anonieme karakter van de chat het bezoek laagdrempelig. Met de chat zet PschoseNet.nl in op aanwezigheid en relatie ten opzichte van de bezoeker. Door de beschikbaarheid en de laagdrempelige onlinesetting kan direct en vanuit de eigen omgeving van de bezoeker ingegaan worden op aanwezige steunbehoeften. De bezoeker is zich ervan bewust dat, wanneer nodig, de chat beschikbaar is. De uitsluitend schriftelijke uitwisseling appelleert enerzijds aan ordenende en zelfreflecterende competenties en biedt anderzijds voordelen op het gebied van veiligheid en een prikkelarme omgeving door face-to-faceprikkels weg te nemen.
Het 5x-traject in de chat
Hoewel de HOC in de basis een eenmalige ontmoeting is, kan het in sommige gevallen waardevol zijn om op afspraak meerdere keren samen te komen. Hiertoe werd het 5x-traject ontwikkeld. Dit traject biedt de mogelijkheid om verschillende HOI-thema’s stapsgewijs te verkennen binnen een groeiende vertrouwensrelatie. Tegelijkertijd zorgt de vastgelegde frequentie ervoor dat er heldere grenzen zijn, waardoor afhankelijkheid wordt voorkomen. Om de relationele context te bevorderen vindt het traject plaats met één vaste medewerker.
Gedurende de vijf ontmoetingen ligt de focus op een verdiepend ontwikkelingsperspectief. Na afronding van het traject is het mogelijk om de relatie met een beperkte frequentie voort te zetten via ‘updates’, die steeds minder vaak plaatsvinden (bijvoorbeeld eens per 3, 6 of 12 maanden). In uitzonderlijke gevallen kan, na langere tijd, besloten worden tot een nieuwe, actuele verkenning van herstelmogelijkheden.
Het 5x-traject, dat begon als een spontaan gegroeide werkwijze, is inmiddels een structureel onderdeel geworden van de chat. Dit traject biedt ruimte voor een diepgaandere ontwikkelingsgerichte benadering. Hierdoor kan de focus in de chatgesprekken makkelijker verschuiven naar onderliggende trauma’s, doelen en aspecten van zelf en zingeving (tabel 1). Regelmatig wordt in de gesprekken bijvoorbeeld de relatie gelegd tussen trauma en psychosegevoeligheid, waardoor een brede, holistische kijk op psychische gezondheid en herstel kan ontstaan.
Tabel 1. Verdeling van onderwerpen die in de chat voorbij komen (categorieën als gescoord in de chatrapporten van medewerkers, periode 2025)
Onderwerp |
Percentage |
Behandeling |
1% |
(Psycho)somatische klachten |
1% |
(Relatie met) behandelaar |
2% |
Begrijpen vanuit ontwikkelingsperspectief |
9% |
Andere psychische klachten |
2% |
Stemming en suïcidaliteit |
9% |
Chatverslaving |
1% |
(In)competentie |
2% |
Hoe doelen bereiken |
5% |
Grip op gedachten krijgen |
2% |
Kwetsbaar opstellen |
1% |
Levensfaseproblematiek |
10% |
Medicatiethema’s |
5% |
Middelengebruik |
2% |
Overig |
5% |
Psychosegevoeligheid |
7% |
Trauma en verwerken |
6% |
Problemen in de omgeving |
8% |
Heftige gebeurtenis |
7% |
Wat voor hulp is nodig? |
3% |
Worstelen met zelf(beeld) |
9% |
Zingeving |
2% |
Conclusie
De opkomst van levende e-community’s met intensief onlineverkeer vormt een krachtige basis voor aspecten van een nieuwe publieke ggz.7,14,15 Deze platforms bieden een nieuw fundament voor een ecosysteem mentale gezondheid (GEM) dat aansluit bij de behoeften van een breed publiek.7 Binnen dit kader vervult de herstelondersteunende chat van PsychoseNet.nl een unieke en veelbelovende rol. Met meer dan 12.000 jaarlijkse gesprekken en een potentie voor verdere groei biedt de chat laagdrempelige, anonieme ondersteuning aan mensen met psychische kwetsbaarheden, complementair aan traditionele behandelmethoden.
Literatuur
1 Ten Have M, Tuithof M, van Dorsselaer S, e.a. Prevalence and trends of common mental disorders from 2007-2009 to 2019-2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), including comparison of prevalence rates before vs. during the COVID-19 pandemic. World Psychiatry 2023; 22: 275-85.
2 Factsheet ggz. https://www.vektis.nl/inzichten/factsheet-ggz-2024.
3 van Os J, Guloksuz S. Population salutogenesis – the future of psychiatry? JAMA Psychiatry 2024; 81: 115-6.
4 Rauschenberg C. Transdiagnostic approaches to mental health; Socio-environmental risk, cognition, candidate mechanisms, and novel digital interventions [proefschrift]. Maastricht: Maastricht University; 2021.
5 Kelkboom A, Marsman A, Roorda G, e.a. Publieke ggz en de opkomst van e-community’s: een casestudy van PsychoseNet.nl. Tijdschr Psychiatr 2021; 63: 56-63.
6 Aardoom JJ, Dingemans AE, Boogaard LH, e.a. Internet and patient empowerment in individuals with symptoms of an eating disorder: a cross-sectional investigation of a pro-recovery focused e-community. Eat Behav 2014; 15: 350-6.
7 van Os J, Scheepers F, Milo M, e.a. ‘It has to be better, it can be better, otherwise we will get stuck.’ The GEM social trial for mental health reform in the Netherlands. Clin Pract Epidemiol Ment Health 2023; 19: e17450179271206.
8 White S, Foster R, Marks J, e.a. The effectiveness of one-to-one peer support in mental health services: a systematic review and meta-analysis. BMC Psychiatry 2020; 20: 534.
9 Van Os J. De DSM-5 voorbij: persoonlijke diagnose in een nieuwe ggz. Leusden: Diagnosis; 2014.
10 Erikson EH, Erikson JM. The life cycle completed. Extended version ed. New York: W.W. Norton; 1997.
11 Leamy M, Bird V, Le Boutillier C, e.a. Conceptual framework for personal recovery in mental health: systematic review and narrative synthesis. Br J Psychiatry 2011; 199: 445-52.
12 Stuart SR, Tansey L, Quayle E. What we talk about when we talk about recovery: a systematic review and best-fit framework synthesis of qualitative literature. J Ment Health 2017; 26: 291-304.
13 van Os J, Guloksuz S, Vijn TW, e.a. The evidence-based group-level symptom-reduction model as the organizing principle for mental health care: time for change? World Psychiatry 2019; 18: 88-96.
14 Smit D, van Os J. De praktijk binnen de ggz is in ontwikkeling, volgt de wetenschap? Tijdschr Psychiatr 2022; 64: 692-5.
15 Smit D, van Os J. Het moet beter, het kan beter, maar gaan we het ook beter doen? GGZ Vaktijdschrift 2023; 1: 2-19.
Authors
Saskia van Duijn, psycholoog en chatmedewerker, PsychoseNet.
Jim van Os, psychiater, hoogleraar en voorzitter divisie Hersenen, UMC Utrecht.
Correspondentie
Prof. dr. Jim van Os (j.j.vanos-2@umcutrecht.nl).
Geen strijdige belangen gemeld.
Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd op 12-3-2025.
Citeren
Tijdschr Psychiatr. 2025;67(5):273-279