Effect van directe en indirecte psychotherapie op suïcide-ideatie en -pogingen
Waarom dit onderzoek?
Suïcide-ideatie en -pogingen zijn ernstige psychische problemen die vaak worden behandeld met ‘indirecte’ psychotherapie, d.w.z. psychotherapie die zich richt op andere psychische problemen zoals depressie of persoonlijkheidsstoornissen. De effecten van directe en indirecte psychotherapie op suïcide-ideatie en -pogingen zijn nog niet onderzocht en vergeleken in een meta-analyse.
Onderzoeksvraag
Wat is het effect van directe en indirecte psychotherapieën op de ernst van suïcide-ideatie en de incidentie van suïcidepogingen?
Hoe werd dit onderzocht?
Deze meta-analyse is onderdeel van een jaarlijks geüpdatete (levende) systematische review (www.metapsy.org/suicide-prevention).1 We zochten systematisch in PubMed, Embase, PsycInfo, Web of Science, Scopus en Cochrane Central Register of Controlled Trials naar artikelen gepubliceerd tot 1 april 2023. We includeerden gerandomiseerde gecontroleerde trials naar psychotherapie voor elk psychisch probleem, in elke setting, vergeleken met elke controlegroep, waarin men suïcide-ideatie of -pogingen rapporteerde. Hedges’ g werd gepoold voor suïcide-ideatie en het relatieve risico (RR) werd gepoold voor suïcidepogingen.
Belangrijkste resultaten
Na het identificeren van 15.006 studies includeerden we 147 studies met 193 vergelijkingen en 11.001 deelnemers. We vonden significante effecten van directe en indirecte psychotherapie op de ernst van suïcide-ideatie: direct: g = -0,39 (95%-BI: -0,53- -0,24); I2 = 83,2; indirect: g = -0,30 (95%-BI: -0,42- -0,18); I2 = 52,2. We vonden ook significante effecten van directe en indirecte psychotherapie op de incidentie van suïcidepogingen: direct: RR = 0,72 (95%-BI: 0,62-0,84); I2 = 40,5; indirect: RR = 0,68 (95%-BI: 0,48-0,95); I2 = 0. Sensitiviteitsanalyses bevestigden deze resultaten grotendeels. In ongeveer een derde van de studies over directe en indirecte behandeling werd cognitieve gedragstherapie toegepast; dit was daarmee de meest gebruikte behandeling.
Consequenties voor de praktijk
Directe en indirecte psychotherapeutische behandelingen hebben vergelijkbare effectgroottes voor het verminderen van suïcide-ideatie en -pogingen. Binnen suïcidepreventiestrategieën zou men meer gebruik kunnen maken van indirecte behandelingen om effectieve interventies te bieden aan mensen die gewoonlijk geen behandeling krijgen voor suïcide-ideatie of zelfbeschadiging. Verder kunnen directe interventies concrete strategieën bieden aan hulpverleners in de behandeling van patiënten met suïcidale gedachten.
Literatuur
1 van Ballegooijen W, Rawee J, Palantza C, Miguel C, Harrer M, Cristea I, de Winter R, Gilissen R, Eikelenboom M, Beekman A, Cuijpers P. Suicidal ideation and suicide attempts after direct or indirect psychotherapy: a systematic review and meta-analysis. JAMA Psychiatry 2025; 82: 31-7.t
Authors
Wouter van Ballegooijen
E-mail: w.van.ballegooijen@vu.nl
Citeren
Tijdschr Psychiatr. 2024;67(5):300-300