Risico op psychose voor lhb-personen: systematische review en meta-analyse
Waarom dit onderzoek?
Volgens de social-defeat-hypothese is de combinatie van gering aanzien, herhaalde vernedering en geringe homeostatische controle van dopaminerge neuronen in mesencefalon en striatum een risicofactor voor een non-affectieve psychotische stoornis en subklinische psychotische ervaringen. Wij toetsten deze hypothese bij personen met een lesbische, homo- of biseksuele (lhb-)oriëntatie.1
Onderzoeksvraag
Is het risico op een psychotische stoornis of op psychotische ervaringen voor lhb-personen verhoogd? Zo ja, in welke mate? Wat zijn mogelijke mechanismen?
Hoe werd dit onderzocht?
Wij verrichtten een systematisch literatuuronderzoek via 4 databases, beoordeelden geschiktheid en kwaliteit, extraheerden effectmaten en noteerden de resultaten van analyses van mechanismen, zoals maatschappelijke stressoren of druggebruik. In studies moest men de prevalentie van psychotische stoornissen of ervaringen vergelijken tussen lhb- en heteroseksuele personen en bruikbare statistieken rapporteren. Voor onze meta-analyse berekenden we een gewogen gemiddelde van de oddsratio (OR). Daar de onderzoeken sterk verschilden in de keuze van variabelen voor OR-correctie, berekenden we het gewogen gemiddelde van wel en niet gecorrigeerde OR’s.
Belangrijkste resultaten
We vonden 7 onderzoeken naar het risico op een psychotische stoornis en 6 naar psychotische ervaringen; alle crosssectioneel, afkomstig uit de VS (5), VK (3), Nederland (2), Spanje (1), China (1) en Australië (1). Voor psychotische stoornis bleek, na uitsluiting van één onderzoek van matige kwaliteit, het gewogen gemiddelde van niet en wel gecorrigeerde OR’s, resp. 2,77 (95%-BI: 1,21-6,32) en 2,67 (95%-BI: 1,53-4,66), significant verhoogd (zie figuur 1). Omdat het relatieve risico iets lager is dan de OR, was het risico op een psychotische stoornis voor lhb-personen waarschijnlijk 1,1-6 keer hoger dan voor heteroseksuelen. We vonden ongeveer hetzelfde voor psychotische ervaringen: de gewogen gemiddelden van niet en wel gecorrigeerde OR’s bedroegen resp. 1,97 (95%-BI: 1,47-2,63) en 1,85 (95%-BI: 1,50-2,28). In 1 onderzoek zocht men naar verklaringen voor het verhoogde risico op een psychotische stoornis, in 3 onderzoeken deed men dit voor psychotische ervaringen. Hieruit bleek een belangrijke rol van gepest en gediscrimineerd worden en traumatische ervaringen in de jeugd. In 2 onderzoeken van psychotische ervaringen vond men het effect van (gerapporteerd) druggebruik klein t.o.v. dat van psychosociale stressoren. In onderzoek bij adolescenten (14-18 jaar) vond men een beschermend effect van steun van de ouders.
Figuur 1. Meta-analyse naar relatie tussen lhb-gerichtheid en risico op psychotische stoornis

De figuur is gebaseerd op ongecorrigeerde oddsratio’s (ORs) met 95%-BI.
LGBC = aantal lhb-personen zonder psychotische stoornis; HETC = aantal heteroseksuele personen zonder psychotische stoornis; LGBP = aantal lhb-personen met psychotische stoornis; HETP = aantal heteroseksuele personen met psychotische stoornis; RE = random effects.
Consequenties voor de praktijk
Bij de behandeling van lhb-personen met een psychotische stoornis is het belangrijk te weten dat vernederingen, in de vorm van gediscrimineerd, afgewezen en/of gepest worden, waarschijnlijk hebben bijgedragen aan het ontstaan.
Literatuur
1 Selten JP, Alrashed H, Oh H, Blokland GAM. Psychosis risk for lesbian, gay and bisexual individuals: systematic review and meta-analysis. Psychol Med 2024; 54: 3581-90.
Authors
Jean-Paul Selten
E-mail: jp.selten@maastrichtuniversity.nl
Citeren
Tijdschr Psychiatr. 2024;67(4):249-249