COVID-19 en ernstige psychiatrische aandoeningen, in het bijzonder bij clozapinegebruik
Achtergrond De Clozapine Plus Werkgroep wordt veelvuldig advies gevraagd over maatregelen bij infectie met SARS-CoV-2 en over vaccinatie tegen COVID-19 bij patiënten die clozapine gebruiken.
Doel Informeren over risico's van infectie met SARS-CoV-2 bij patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA), schizofreniespectrumstoornis (SSS) en bij patiënten die clozapine gebruiken. Adviseren over controle van de clozapineplasmaspiegel en leukocyten met differentiatie bij COVID-19 en na vaccinatie, en over te nemen maatregelen.
Methode Literatuuronderzoek en casuïstiek.
Resultaten Patiënten met EPA en in het bijzonder met SSS hebben een verhoogd risico op infectie met SARS-CoV-2 met meer ziekenhuisopnames en hogere sterfte dan niet-psychiatrische patiënten. Patiënten met clozapine hebben mogelijk nog meer kans op besmetting. Bij een SARS-CoV-2-infectie kan de clozapineplasmaspiegel gevaarlijk stijgen en kunnen meestal lichte en kortstondige granulocytopenie en lymfocytopenie optreden, die doorgaans geen gevolg van behandeling met clozapine zijn.
Conclusie Bij COVID-19 is extra alertheid geboden bij mensen met EPA en vooral SSS. Bij clozapinegebruikers is bij COVID-19 dosisverlaging met de helft tot driekwart van de oorspronkelijke dosering aangewezen. Bij granulocytopenie moet men aan SARS-CoV-2 als oorzaak denken en niet meteen clozapine als veroorzaker aanmerken. Patiënten met EPA en zeker clozapinegebruikers behoren tot een risicogroep met een medische indicatie voor versnelde vaccinatie.