Wetenschappelijk tijdschrift voor psychiaters, artsen in opleiding tot psychiater en andere geïnteresseerden
  • EN
  • NL
Tijdschrift voor Psychiatrie
  • Tijdschrift
  • Terug naar hoofdmenu
    New articles Current issue Previous issues Special issues Book reviews
    Auteursrichtlijnen Over het tijdschrift Redactie Abonnementen Colofon Adverteren
    Current issue
    Nummer 4 / 2025 Jaargang 67
    Tijdschrift voor Psychiatrie
    4 / 2025

    Current issue
  • Accreditatie
  • Meetinstrumenten
  • Vacatures
Edit
  • EN
  • NL
  1. Home
  2. Issue 2023/1
  3. Electroconvulsive therapy in patients with...
Review

Electroconvulsive therapy in patients with metallic skull implants

D. Segers, T. Segers, G. De Bruecker, E. Lievens
Previous article Next article

Background Electroconvulsive therapy is an effective treatment for mood disorders. There is, however, no consensus about the safety of use in patients with metallic skull implants even though these patients are at higher risk of developing mood disorders.

Aim To bundle the existing literature concerning the use of electroconvulsive therapy in patients with metallic skull implants and to examine the evidence concerning safety and efficacy in this group.

Methods Relevant case reports and literature reviews published since 1950 were located using PubMed.

Results We selected and reviewed 37 case reports. There were no complications related to the interaction between electroconvulsive therapy and the metallic objects. Psychiatric outcomes were positive in 95% of cases.

Conclusion There is no evidence that electroconvulsive therapy is unsafe in patients metallic skull implants. With appropriate caution, its use can be considered on a case-by-case basis by psychiatrists.

Elektroconvulsietherapie (ECT) is de doeltreffendste behandeling voor ernstige stemmingsstoornissen. Deze kan levensreddend zijn bij patiënten met ernstige katatonie, unipolaire depressie en bipolaire stoornis.1

Patiënten die een hoofdtrauma doormaken, vormen een belangrijke patiëntengroep bij wie ECT geïndiceerd kan zijn: tot 40% van de patiënten heeft een geassocieerde stemmingsstoornis.2 Er is evidentie voor de doeltreffendheid van ECT in deze context.3 Hoofdtraumata die een neurochirurgische decompressie vereisen, worden in tweede aanleg vaak hersteld met een cranioplastiek met titanium of andere metallische componenten.4

Er ontbreken echter data rond het gebruik van ECT bij patiënten met metallische implantaten. Onder metallische implantaten verstaan we osteosynthesemateriaal zoals bouten, platen of schroeven, maar ook elektroden voor diepe hersenstimulatie (DBS). De meeste beschikbare DBS-elektroden bestaan uit een legering van platina en iridium.5 DBS wordt onder andere gebruikt bij essentiële tremor, dystonie, de ziekte van Parkinson, therapieresistente unipolaire depressie en obsessieve-compulsieve stoornis. DBS wordt het frequentst toegepast bij de behandeling van de ziekte van Parkinson. De crosssectionele prevalentie van een depressieve stoornis bij deze patiëntengroep bedraagt 17%.6 Bovendien verhogen hoofdtraumata het risico op de ziekte van Parkinson.7

Patiënten met iatrogene metallische implantaten lopen dus een hoger risico op het ontstaan van stemmingsstoornissen, afhankelijk van de indicatie van het implantaat. Hierdoor zal ECT onvermijdelijk overwogen door psychiaters ter behandeling van deze patiënten, waarbij vragen over de veiligheid aan bod kunnen komen.

Een theoretisch bezwaar tegen het gebruik van ECT bij deze patiënten is het overmatig opwarmen van de metallische implantaten door de opgewekte elektrische stroom, met schade aan het hersenweefsel tot gevolg.8 Bovendien geven fabrikanten van DBS-elektroden aan in de handleiding van hun producten dat de veiligheid van ECT bij patiënten met DBS-implantaten niet afdoende bepaald is.9

methode

Wij doorzochten PubMed naar casusbeschrijvingen, case series en reviews over ECT bij patiënten met metallische implantaten, gepubliceerd vanaf 1950. De laatste zoekopdracht voerden we uit op 27 mei 2022. De PubMed-zoekstrings waren ((Electroconvulsive therapy) OR (Electroconvulsive Therapy[MeSH])) AND ((Titanium) OR (Platinum) OR (Cranioplasty) OR (Steel) OR (Metallic)) en ((Electroconvulsive therapy) OR (Electroconvulsive Therapy[MeSH])) AND (Deep Brain Stimulation) AND ((Electrodes) OR (Implants)) met respectievelijk 469 en 31 resultaten.

De referentielijsten van eerdere reviews en case series8,10-12 over ECT bij metallische implantaten werden nagegaan op zoek naar verdere literatuur. Casusbeschrijvingen over ECT bij kleinere intracraniële metalen voorwerpen, zoals corpora aliena, aneursymaclips en -coils, lieten we in deze review buiten beschouwing.

resultaten

Op basis van de titel en het abstract selecteerden we 29 artikelen uit de oorspronkelijke zoekopdrachten. Het nagaan van de referentielijsten van de eerdere reviews en case series leverde nog 19 extra casusbeschrijvingen op. In totaal includeerden we 37 beschreven casussen, verspreid over 33 publicaties (tabel 1).

Implantaatkenmerken

In totaal werden in de literatuur 23 casussen van ECT bij patiënten met DBS-elektroden (62%) en 14 van ECT bij patiënten met overige metallische implantaten beschreven (38%).

De indicaties voor het plaatsen van de metallische implantaten en de exacte locaties waren divers. DBS-implantatie wegens de ziekte van Parkinson was de voornaamste indicatie (13 casussen; 35%), gevolgd door reconstructieve heelkunde (11 casussen; 30%), waarvan 5 casussen wegens hoofdtraumata. Op populatieniveau komen stemmingsstoornissen frequenter voor in deze twee grootste groepen, wat het relatieve belang van ECT als behandeloptie bij deze patiënten onderstreept.

De overige indicaties waren DBS-implantaties voor een depressieve stoornis (4 casussen), essentiële tremor (2 casussen), dystonie (1 casus), obsessieve-compulsieve stoornis (1 casus) en niet nader genoemde bewegingsstoornissen (2 casussen). Ten slotte werd nog een casus met een cochleair implantaat en een casus met een subtarsaal implantaat wegens zwakte van de M. orbicularis oculi beschreven.

In een enkele casus was de indicatie van het implantaat onduidelijk.

Indicaties voor ECT

De frequentste indicatie voor ECT bij deze patiënten was een unipolaire depressieve stoornis (30 casussen; 81%), waarbij 10 patiënten psychotische symptomen vertoonden, 2 patiënten een comorbide obsessieve-compulsieve stoornis hadden, en 1 patiënt een comorbide angststoornis. De tweede meest voorkomende indicatie voor ECT was een bipolaire stoornis, type 1 (6 casussen; 16%). In 3 van deze casussen betrof het een manische episode, in 2 een depressieve episode en in 1 casus een gemengde episode. Een van de patiënten met een bipolaire depressieve episode had bijkomend katatone verschijnselen.

In een enkele casus was de indicatie voor ECT therapieresistente positieve symptomen bij schizofrenie.

Complicaties

In de overgrote meerderheid van de casussen verliep de ECT-behandeling zonder complicaties (29 casussen; 78%). De voornaamste complicaties waren licht en van voorbijgaande aard: lichte hoofdpijn (2 casussen), post­ictale verwardheid (2 casussen) en geheugenproblemen (1 casus). Bij 2 patiënten waren de complicaties niet voorbijgaand. Het betrof hier een casus van cognitieve achteruitgang en een casus van niet-voorbijgaande geheugenproblemen.

Slechts in een enkele casus werd een complicatie beschreven die mogelijk toe te schrijven was aan de interferentie tussen ECT en het metallische implantaat. Zo beschreef men een vochtaccumulatie onder de geïmplanteerde schedelplaat, waarbij later spontane resorptie optrad.13 ECT als oorzakelijke factor is hier echter weinig plausibel, daar bij deze patiënt reeds eerder vergelijkbare vochtaccumulaties beschreven werden.

Tabel 1. Literatuuroverzicht van de gepubliceerde case studies naar het gebruik van ECT bij metallische implantaten, chronologisch geordend

1ste auteur (jaar)

Soort
implantaat

Locatie implantaat

Indicatie implantaat

ECT-indicatie

Complicaties

Uitkomst

Kooiker (1955)13

Tantaliumschedel-

plaat

Pariëto-occipitaal rechts

Reconstructieve heelkunde voor een schedeldefect

Depressieve stoornis

Vochtophoping boven de plaat

Aanhoudende psychose

Moscarillo (2000)14

DBS-elektrode

Ventrale nucleus van de thalamus

Essentiële tremor

Depressieve stoornis

Geheugenproblemen

Volledig herstel

Baker (2000)15

Metalen
prothese

Periorbitaal rechts

Reconstructieve heelkunde na
hoofdtrauma

Depressieve stoornis

Geen

Significante verbetering van de stemming

Madan (2001)16

Stalen
schedel-

plaat

Temporopariëtaal rechts

Onbekend

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Volledig herstel

Chou (2005)17

DBS-
elektrode

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Postictale verwardheid

Volledig herstel

Chang (2007)18

DBS-
elektrode

Nucleus ventralis intermedius van de thalamus, rechts

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis

Geen

Significante verbetering van de stemming

Bailine (2008)19

DBS-

elektrode

Nucleus subthalamicus, links

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis

Postictale verwardheid

Significante verbetering van de stemming

Glezer (2009)20

Titanium-

gaas

Frontaal

Reconstructieve heelkunde na
hoofdtrauma

Depressieve stoornis

Geen

Volledig herstel

Puigdemont (2009)21

DBS-
elektrode

Area subcallosa gyrus cinguli,
bilateraal

Depressieve stoornis

Depressieve stoornis

Geen

Volledig herstel

Ling (2010)22

Titanium-
schedel-

plaat

Frontopariëtotemporale regio, rechts

Reconstructieve heelkunde na meningeoomresectie

Bipolaire stoornis type 1: manie

Geen

Significante verbetering van de stemming

Labadie (2010)23

Cochleair implantaat (titanium en platina)

Intracochleair en processus mastoideus

Doofheid

Bipolaire stoornis type 1: manie

Geen

Significante verbetering van de stemming

Portella (2010)24
(2 patiënten)

DBS-
elektrode

Area subcallosa gyrus cinguli,

bilateraal

Depressieve stoornis

Depressieve stoornis

Geen

Volledig herstel

Nasr (2011)25

DBS-
elektroden

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Volledig herstel van de depressieve symptomen, en significante cognitieve verbetering (MMSE van 21/30 naar 30/30)

Kaido (2011)26

Craniaal
fixatie-
systeem
van titanium

Occipitaal

Reconstructieve heelkunde na chirurgische decompressie van een subduraal hematoom door hoofdtrauma

Bipolaire stoornis, type 1: manie

Geen

Niet vermeld

Ducharme (2011)27

DBS-
elektroden

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis

Geen

Volledig herstel

Kar (2012)28

Metallische interne fixatieplaat

Mandibula

Reconstructieve heelkunde na een fractuur

Depressieve stoornis

Geen

Significante verbetering van de stemming

Freeman (2014)29

Metallische fixatie-
platen
en bouten

Sinus maxillaris en ramus mandibulae bilateraal

Reconstructieve heelkunde voor

temporomandibulaire disfunctie

Depressieve stoornis

Lichte hoofdpijn

Minimale verbetering van de stemming

Francois (2014)30

Titanium-
platen

Maxilla, os frontale en os zygomaticum links

Reconstructieve heelkunde na hoofdtrauma

Bipolaire stoornis type 1: depressieve episode

Lichte hoofdpijn

Significante verbetering van de stemming.

Quinn (2014)31

DBS-elektrode

Nucleus ventralis intermedius van de thalamus, links

Essentiële tremor

Bipolaire stoornis type 1: depressieve episode met katatonie

Geen

Volledig herstel

Vila-Rodriguez (2014)32

DBS-elektrode

Globus pallidus, bilateraal

Dystonie

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Significante verbetering van de stemming en remissie van de psychose

Erickson (2015)33

DBS-

elektrode

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Significante verbetering van de stemming

Shiwaku (2015)34

Titanium-

gaas

Rechter hemicranium

Reconstructieve heelkunde na meningeoomresectie

Depressieve stoornis

Geen

Significante verbetering van de stemming

Cunningham (2016)35

DBS-

elektrode

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met comorbide angststoornis

Lichte geheugen-

problemen (transiënt)

Volledig herstel

Rosenthal (2016)36

DBS-

elektrode

Ventrale capsula interna/ventraal striatum (VC/VS)

OCS

Depressieve stoornis met comorbide OCS

Geen

Significante verbetering van de stemming en van de obsessieve-compulsieve symptomen

Dashtipour (2016)37

DBS-

elektrode

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Significante verbetering van de stemming, remissie van de psychose

Pinard (2016)38
(2 patiënten)

DBS-

elektrode

Niet vermeld

‘Bewegings-
stoornissen’

Depressieve stoornis

Geen

Significante verbetering van de stemming

Tham (2017)39

DBS-

elektrode

Area subcallosa gyrus cinguli, bilateraal

Depressieve
stoornis

Depressieve stoornis

Cognitieve achteruitgang

Transiënte, minimale verbetering van de stemming

Williams (2017)40
(3 patiënten)

DBS-

elektrode

1. Globus pallidus interna links

2. Nucleus subthalamicus, rechts

3. Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van
Parkinson (alle drie de gevallen)

1. Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

2. Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

3. Depressieve stoornis met comorbide OCS

Geen

1. Volledig herstel

2. Volledig herstel

3. Volledig herstel van de depressieve stoornis en verbetering van de obsessieve-compulsieve symptomen

Yeap (2018)41

Metallisch

implantaat

Orbita en maxilla rechts

Reconstructieve heelkunde na een fractuur

Depressieve stoornis

Geen

Significante verbetering van de stemming

Kozian (2019)42

Titanium-

schedel-

plaat

Frontobasale osteosynthese

Reconstructieve heelkunde na hoofdtrauma wegens tentamen suicidii

Therapieresistente positieve symptomen bij schizofrenie

Geen

‘Verbetering van de toestand’

Peroski (2019)12

DBS-

elektrode

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Volledig herstel van de depressieve stoornis, remissie van de psychotische symptomen

Volkaerts (2020)43

DBS-

elektrode

Nucleus subthalamicus, bilateraal

Ziekte van Parkinson

Depressieve stoornis met psychotische kenmerken

Geen

Significante verbetering van de stemming, remissie van de psychotische symptomen en verbetering van de motore symptomen van de ziekte van Parkinson

Tan (2021)44

Platina-implantaat

Subtarsaal, links

Permanente zwakte van de M. orbicularis oculi, secundair aan het syndroom van Ramsay-Hunt

Bipolaire stoornis, gemengde episode

Geen

Significante verbetering van de stemming

OCS: obsessieve-compulsieve stoornis; ECT: elektroconvulsietherapie

Psychiatrische uitkomsten

In 35 casussen (95%) werd na de ECT-behandeling een positieve psychiatrische uitkomst gerapporteerd: in 14 casussen (38%) wordt melding gemaakt van een volledig herstel, 17 casussen (46%) vermelden een significante verbetering van het psychiatrisch ziektebeeld en in 2 casussen was er een minimale verbetering van de stemming. In een enkele casus wordt enkel een verbetering van de toestand gerapporteerd zonder extra detail. In de casussen met een negatieve psychiatrische uitkomst betrof het eenmaal persistentie van de psychotische toestand van de patiënt en eenmaal een voorbijgaande, minimale verbetering van de stemming.

Voorzorgsmaatregelen

Verschillende auteurs raden ter preventie van complicaties voorzorgsmaatregelen aan. Twee onderzoeksgroepen raden aan de ECT-elektroden zo ver mogelijk van de metallische implantaten te plaatsen.8, 10

Bij elke casus beslisten de auteurs op individuele basis over de gebruikte ECT-modaliteit, de locatie van de elektroden en eventuele bijkomende voorzorgsmaatregelen.

conclusie

Op basis van de beschikbare literatuur is er geen aanwijzing dat ECT bij patiënten met metallische schedelimplantaten van diverse oorsprong onveilig is, ondanks de mogelijke theoretische bezwaren. ECT kan in deze context een doeltreffende psychiatrische behandelingsoptie zijn, mits men de voor- en nadelen zorgvuldig afweegt. Terughoudendheid tegenover het gebruik van ECT bij deze patiënten is bij correcte indicatiestelling niet gerechtvaardigd en de behandelend psychiater kan ECT dan ook op individuele basis overwegen.

De meerwaarde van dit artikel is dat we alle literatuur over het gebruik van ECT bij patiënten met metallische schedelimplantaten van diverse oorsprong bundelden. Een beperking van dit literatuuroverzicht is het relatief geringe aantal casussen. Bovendien is het mogelijk dat negatieve uitkomsten zoals hersenschade te wijten aan het gebruik van ECT bij deze patiënten in het geheel niet gerapporteerd worden, waardoor een vertekend beeld van veiligheid ontstaat. In toekomstig onderzoek zou men op prospectieve basis een groter aantal casussen kunnen verzamelen en bespreken om met grotere zekerheid conclusies te trekken. Tot slot is het noodzakelijk dat men over vergelijkbare casussen blijft publiceren, ter uitbreiding van de kennis over het veilig gebruik van ECT bij deze populatie.

literatuur

1 Espinoza RT, Kellner CH. Electroconvulsive therapy. N Engl J Med 2022; 386: 667-72.

2 Jorge RE, Starkstein SE. Pathophysiologic aspects of major depression following traumatic brain injury. J Head Trauma Rehabil 2005; 20: 475-87.

3 Kant R, Coffey CE, Bogyi AM. Safety and efficacy of ECT in patients with head injury: A case series. J Neuropsychiatry Clin Neurosci 1999; 11: 32-7.

4 Hill CS, Luoma AM, Wilson SR, Kitchen N. Titanium cranioplasty and the prediction of complications. Br J Neurosurg 2012; 26: 832-7.

5 Kolaya E, Firestein BL. Deep brain stimulation: Challenges at the tissue-electrode interface and current solutions. Biotechnol Prog 2021; 37: e3179.

6 Reijnders JS, Ehrt U, Weber WE, e.a. A systematic review of prevalence studies of depression in parkinson’s disease. Mov Disord 2008; 23: 183-9.

7 Stern RA, Riley DO, Daneshvar DH, Nowinski CJ, Cantu RC, McKee AC. Long-term consequences of repetitive brain trauma: Chronic traumatic encephalopathy. PM R 2011; 3: S460-7.

8 Mortier P, Sienaert P, Bouckaert F. Is electroconvulsive therapy safe in the presence of an intracranial metallic object?: Case report and review of the literature. J ECT 2013; 29: 231-8.

9 Medtronic. Indications, safety, and warnings: Deep brain stimulation therapy. 2022. https://www.medtronic.com/us-en/healthcare-professionals/therapies-procedures/neurological/deep-brain-stimulation/indications-safety-warnings.html

10 Amanullah S, Delva N, McRae H, e.a. Electroconvulsive therapy in patients with skull defects or metallic implants: A review of the literature and case report. Prim Care Companion CNS Disord 2012; 14.

11 Gahr M, Connemann BJ, Freudenmann RW, e.a. Safety of electroconvulsive therapy in the presence of cranial metallic objects. J ECT 2014; 30: 62-8.

12 Peroski MS, Chu MM, Doddi SR, e.a. The safety of electroconvulsive therapy in patients with implanted deep brain stimulators: A review of the literature and case report. J ECT 2019; 35: 84-90.

13 Kooiker JE. [Electroshock therapy for a patient with cranial defect repaired by a tantalum plate]. Bull Menninger Clin 1955; 19: 93-4.

14 Moscarillo FM, Annunziata CM. ECT in a patient with a deep brain-stimulating electrode in place. J ECT 2000; 16: 287-90.

15 Baker M, Turner M. Use of ECT after maxillofacial repair. J ECT 2000; 16: 421-2.

16 Madan S, Anderson K. ECT for a patient with a metallic skull plate. J ECT 2001; 17: 289-91.

17 Chou KL, Hurtig HI, Jaggi JL, e.a. Electroconvulsive therapy for depression in a parkinson’s disease patient with bilateral subthalamic nucleus deep brain stimulators. Parkinsonism Relat Disord 2005; 11: 403-6.

18 Chang VC, Hardesty DE, Ford B. Electroconvulsive therapy for depression in a patient with right-sided VIM DBS. Mov Disord 2007; 22: 211.

19 Bailine S, Kremen N, Kohen I, e.a. Bitemporal electroconvulsive therapy for depression in a Parkinson disease patient with a deep-brain stimulator. J ECT 2008; 24: 171-2.

20 Glezer A, Murray E, Price B, e.a. Effective use of electroconvulsive therapy after craniofacial reconstructive surgery. J ECT 2009; 25: 208-9.

21 Puigdemont D, Portella MJ, Pérez-Egea R, e.a. Depressive relapse after initial response to subcallosal cingulate gyrus-deep brain stimulation in a patient with a treatment-resistant depression: Electroconvulsive therapy as a feasible strategy. Biol Psychiatry 2009; 66: e11-2.

23 Labadie RF, Clark NK, Cobb CM, e.a. Electroconvulsive therapy in a cochlear implant patient. Otol Neurotol 2010; 31: 64-6.

24 Portella MJ, Puigdemont D, Pérez-Egea R. Deep brain stimulation, electroconvulsive therapy, or both? A two case report [abstract p01-84]. Eur Psychiatry 2010; 25.

22 Ling T 3rd, Manepalli J, Grossberg G. Electroconvulsive therapy in the presence of a metallic skull plate after meningioma resection. J ECT 2010; 26: 136-8.

25 Nasr S, Murillo A, Katariwala N, e.a. Case report of electroconvulsive therapy in a patient with Parkinson disease concomitant with deep brain stimulation. J ECT 2011; 27: 89-90.

26 Kaido T, Noda T, Otsuki T, e.a. Titanium alloys as fixation device material for cranioplasty and its safety in electroconvulsive therapy. J ECT 2011; 27: e27-8.

27 Ducharme S, Flaherty AW, Seiner SJ, e.a. Temporary interruption of deep brain stimulation for Parkinson’s disease during outpatient electroconvulsive therapy for major depression: A novel treatment strategy. J Neuropsychiatry Clin Neurosci 2011; 23: 194-7.

28 Kar N, Mannix J, Sichel M, e.a. Electroconvulsive therapy for a patient with metallic internal fixation in mandible. J ECT 2012; 28: e3-4.

29 Freeman GM Jr, Perry MT, Manatt GS, e.a. Electroconvulsive therapy after maxillofacial metallic implants. J ECT 2014; 30: 3-4.

30 Francois D, Snow C, Kotbi N, e.a. Electroconvulsive therapy in the presence of cranial metallic objects. J ECT 2014; 30: e51.

31 Quinn DK, Rees C, Brodsky A, e.a. Catatonia after deep brain stimulation successfully treated with lorazepam and right unilateral electroconvulsive therapy: A case report. J ECT 2014; 30: e13-5.

32 Vila-Rodriguez F, McGirr A, Tham J, Hadjipavlou G, Honey CR. Electroconvulsive therapy in patients with deep brain stimulators. J ECT 2014; 30: e16-8.

33 Erickson JM, Carty J. Safe and effective electroconvulsive therapy using multiple parameters over 5 years in a patient with deep brain stimulator. J ECT 2015; 31: 278-9.

34 Shiwaku H, Masaki H, Yasugi D, e.a. A case of a depressed patient with major titanium cranial base reconstruction successfully treated by ect. Am J Psychiatry 2015; 172: 1024-5.

35 Cunningham MG, Yadollahikhales G, Vitaliano G, e.a. Administration of electroconvulsive therapy for depression associated with deep brain stimulation in a patient with post-traumatic Parkinson’s disease: A case study. BMC Psychiatry 2016; 16: 399.

36 Rosenthal DL, Leibu E, Aloysi AS, e.a. Safety and efficacy of electroconvulsive therapy for depression in the presence of deep brain stimulation in obsessive-compulsive disorder. J Clin Psychiatry 2016; 77: 689-90.

37 Dashtipour K, Pereau M, Trenkle D. Suggested protocol for electroconvulsive therapy for depression in a Parkinson’s disease patient with a de

Download PDF
Twitter Facebook LinkedIn Mail WhatsApp

Authors

Damien Segers, masterstudent geneeskunde,
Universiteit Gent.

Tanguy Segers, arts in opleiding tot specialist,
Universiteit Gent.

Geert De Bruecker, neuropsychiater, hoofdgeneesheer Psychiatrisch Centrum Ariadne, Lede.

Elke Lievens, psychiater, Psychiatrisch Centrum
Ariadne, Lede.

Correspondentie

Damien Segers (Damien.Segers@UGent.be).

Geen strijdige belangen meegedeeld.

Het artikel werd voor publicatie geaccepteerd
op 22-7-2022.

Citeren

Tijdschr Psychiatr. 2023;65(1):35-39

Editie

Dit artikel is onderdeel van: Editie 2023/1
Published by the Stichting Tijdschrift voor Psychiatrie on behalf of the Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie and the Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie.

Over TvP

Over het tijdschrift Redactie Auteursrichtlijnen Colofon
Abonnementen Abonnee worden Adverteren

Contact

Redactiebureau Tijdschrift voor Psychiatrie
drs. S.L. (Lianne) van der Meer
Telefoon: 030 899 00 80
info@tijdschriftvoorpsychiatrie.nl

Copyright

Redactie en uitgever zijn niet aansprakelijk voor de inhoud van de onder auteursnaam opgenomen artikelen of van de advertenties. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of op welke wijze ook, zonder schriftelijke toestemming van de redactie.

© copyright 2025 Tijdschrift voor Psychiatrie