Dit boek beschrijft per hoofdstuk de biologische modellen die verklaren waardoor een depressie veroorzaakt kan worden. Hierbij bespreekt men de bekende hypothetische modellen, zoals de hypothalamus-hypofyse-bijnieras (hpa-as), disfunctie van het immuunsysteem, disfunctie van het circadiane ritme, onverzadigde vetzuren en de rol van glutamaat. Deze laatste vooral bij de therapieresistente depressie. Tevens behandelen auteurs de stand van zaken voor neuro-imaging en depressie. Op zich relevante onderwerpen voor hen die geïnteresseerd zijn in de biologische hypothetische modellen voor het ontstaan van een depressie. Alle belangrijke modellen worden beschreven in relatie tot de behandeling van depressie.
Het tweede deel van het boek gaat meer in op de experimentele modellen, namelijk de diermodellen gebruikt voor depressie, genetische modellen, de rol van de 5-ht2c-receptor, chromatine en neurotrofe factoren. Alle modellen worden besproken in relatie tot de behandeling van depressie.
Ieder hoofdstuk is door een of meer andere auteurs geschreven, voornamelijk Europese en Canadese auteurs. Dit komt de relativering en kritische houding t.o.v. de verschillende hypothetische modellen en hun rol bij de behandeling van depressie zeker ten goede. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een uitgebreide literatuurlijst. Het boek is verder mooi uitgegeven met veel witruimte, mooie grote letter, goede illustraties. De inhoud is erg specialistisch, naar mijn idee vooral van belang van hen die bezig zijn met basaal wetenschappelijk onderzoek van de depressieve stoornis.

W.W. van den Broek